Het betonreparatieplan

Wanneer schade aan beton wordt waargenomen, is het noodzakelijk om vóór het opstellen van een reparatieplan de oorzaak van de schade duidelijk te identificeren. Vaak wordt dit onderzoek uitgevoerd door externe adviesbureaus (zie www.vabor.nl). Alle VBR-bedrijven beschikken echter zelf over één of meerdere betononderhoudskundigen die, indien nodig, dit onderzoek ook zelf kunnen uitvoeren.

Bij het bepalen van de reparatie- en beschermingsmethode is het essentieel dat vooraf de volgende vragen zijn beantwoord:

  • Is de reparatie esthetisch, technisch of constructief van aard? 
  • Welke gevolgklasse is van toepassing, oftewel, wat is het risico als de reparatie niet slaagt? 
  • Wat is de gewenste restlevensduur van het te repareren bouwdeel? 
  • Welke milieuklasse is relevant? 

Voor de opdrachtgever is het van belang deze punten in een uitvraag vast te leggen en daarbij ook de CUR-aanbevelingen 118 en 119 voor het betreffende werk te verklaren. Hiermee worden de prestatie- en kwaliteitseisen en de vereiste aantoonbaarheid eenduidig vastgesteld. Alle VBR-bedrijven zijn gecertificeerd volgens de BRL3201 en hebben daarmee vastgelegd dat zij altijd conform deze CUR-aanbevelingen werken.

De Europese norm NEN-EN-1504/deel 9 beschrijft 11 principes op basis waarvan reparatie en bescherming kunnen plaatsvinden. Afhankelijk van de schadeoorzaak kunnen deze principes individueel of in combinatie van toepassing zijn. Het betonreparatieplan wordt vervolgens opgesteld op basis van deze principes. 

 

In dit plan documenteert het betonreparatiebedrijf de keuzes die zijn gemaakt voor het specifieke project, met betrekking tot:

  • De voorbewerking van de ondergrond 
  • De toe te passen reparatiematerialen 
  • De te hanteren reparatiemethoden (aangieten/storten, spuiten of handmatig aanbrengen van de mortel, de meest geschikte injectiemethode, enz.) 
  • De manier waarop de reparatie wordt afgewerkt of het gehele bouwdeel verder wordt beschermd 
  • De bereikbaarheid van het bouwwerk en de locaties waar de reparaties moeten plaatsvinden 
  • De genomen maatregelen om veiligheids- en gezondheidsrisico's voor personeel en direct betrokkenen (bewoners, verkeersdeelnemers, omwonenden, enz.) te voorkomen 
  • De wijze waarop met afvalstromen wordt omgegaan. 

Betononderhoudskundigen bij VBR-bedrijven voldoen aan strikte criteria, waaronder het bezit van het diploma van de opleiding Betononderhoudskundige BV van de Betonvereniging (of aantoonbaar gelijkwaardig), ten minste 3 jaar recente en relevante werkervaring binnen het toepassingsgebied van de Beoordelingsrichtlijn BRL 3201, en ten minste 2 dagen per 2 jaar een relevante nascholing voor Betononderhoudskundige hebben gevolgd. De VBR draagt actief bij aan de inhoud van de opleiding Betononderhoudskundige van d e Betonvereniging en organiseert nascholingsbijeenkomsten. 

 

Onderdeel van