Betonreparatietechnieken

Afhankelijk van de vooraf bepaalde prestatie- en kwaliteitseisen en de specifieke omstandigheden van het project, maakt het betonreparatiebedrijf een keuze uit diverse betonreparatietechnieken: 

 

1.     Aanstorten of aangieten van beton

Bij aanzienlijke schadeplekken die met behulp van een bekisting kunnen worden begrensd, kan het betonreparatiebedrijf kiezen voor reparatie met vloeibare beton- of reparatiemortel. De samenstelling van deze mortels, vooral de grootte van de korrels, wordt bepaald door de dikte van de reparatieplek. Dit zijn doorgaans fabrieksmatig vervaardigde cementgebonden mortels (CC-mortels of PCC-mortels), soms met toegevoegde hulpstoffen voor verbeterde vloei- of krimpeigenschappen. Bij zichtwerk is een zorgvuldige bekisting van groot belang. 

 

2.     Spuitbeton 

Bij grotere, diepere schadeplekken aan de zijkant of onderkant van de te herstellen constructie kan spuitbeton worden gebruikt. Deze techniek is ruim 100 jaar geleden ontwikkeld voor toepassingen in de tunnel- en bergbouw. In Nederland worden twee methoden van spuitbeton gebruikt: het 'droge' betonspuitsysteem en het 'natte' betonspuitsysteem. Het droge systeem vereist vakmanschap en maakt gebruik van droge mortel die door perslucht wordt getransporteerd. Het natte systeem maakt gebruik van vooraf gemengde natte mortel onder lage druk. 

 

2.1. Spuitbeton volgens de 'droge' methode 

Bij de droge methode wordt droge mortel (meestal cement, zand en eventueel fijn grind tot 8 mm) via een slang met perslucht getransporteerd. Water wordt toegevoegd aan het mengsel aan het einde van de slang, waar werveling plaatsvindt, waardoor een vochtige specie op de ondergrond terechtkomt. Het 'rebound'-effect, waarbij grove delen terugkaatsen, is kenmerkend voor deze methode, wat vereist dat de omgeving goed wordt afgeschermd. 

 

2.2. Spuitbeton volgens de 'natte' methode 

Bij de natte methode wordt water vooraf gemengd met de droge mortel en als natte specie onder lage druk via de slang getransporteerd. Er zijn verdringingsmethoden en persluchttransportmethoden, afhankelijk van de gekozen techniek. De natte methode maakt gebruik van specifieke mortels die vaak plastificerende hulpstoffen bevatten. Deze methode heeft minder rebound en is geschikter voor bewoonde of bedrijfsomgevingen. 

 

2.3. Materialen en machines voor spuitbeton 

Voor de droge methode worden eenvoudige zandcementmortels gebruikt, terwijl voor de natte methode mortels met plastificerende hulpstoffen worden ingezet. Voor beide methoden zijn specifieke machines nodig, zoals rotormachines voor de droge methode en mortelpompen voor de natte methode. 

 

2.4. Handmatig repareren van beton 

Kleine schadeplekken worden vaak handmatig gerepareerd, waarbij het betonreparatiemateriaal met de hand en een troffel wordt aangebracht en verdicht. Verschillende fabrieksmatig vervaardigde cementgebonden mortels (CC-mortels of PCC-mortels) en kunstharsgebonden materialen zoals epoxy mortels worden gebruikt, afhankelijk van de benodigde reparatiewerkzaamheden. 

 

2.5.Injecteren van scheuren en holle ruimtes in beton 

Voor het voorkomen van lekkage via scheuren of het herstellen van gescheurd beton is het injecteren van scheuren met injectievloeistof vaak de meest geschikte methode. Er zijn verschillende injectiemethoden en -vloeistoffen ontwikkeld, afhankelijk van de oorzaak en aard van de scheurvorming. Het injecteren is minder geschikt voor scheuren met een wijdte kleiner dan 0,2 mm en vereist zorgvuldige voorbereiding en analyse van de scheur. VBR-bedrijven hebben gekwalificeerde injecteurs in dienst om deze techniek adequaat toe te passen. 

Onderdeel van